Ontmoetingsplaats op niveau
Onkruid, maart/april 2010
In het Waalse dorpje Eben-Emael staat een toren. De Toren van Eben-Ezer, ruim een halve eeuw geleden gebouwd door vuursteenhakker Robert Garcet. Behalve veel grillige schoonheid bevat zijn levenswerk een woud aan wegen, voor wie verder wil weten, zoeken, vinden.
Maastricht, fijne stad, daarover geen twijfel, maar doe eens iets anders en loop eruit. Zuidwaarts, tussen de glooiingen door, om ineens te merken dat je in België bent. Andere verkeersborden, bijvoorbeeld. Stap nog een paar kilometer verder en de voertaal blijkt Frans.
Zo makkelijk is het dus om op reis te gaan.
Blijf doorlopen en houd ondertussen de heuvels van het Jekerdal goed in de gaten. Want op een daarvan schuilt een verrassing.
Een kilometer of tien zuidwestelijk onder Maastricht ligt het Waalse dorpje Eben-Emael, en daar verrijst een toren. De Toren van Eben-Ezer. Die verraadt zich in eerste instantie door de vier enorme dierenbeelden die erop staan. Ineens zie je een glimp van een gevleugelde stier hoog achter de velden. Een bovenformaat arend. Of, afhankelijk van de hoek van waaruit je aankomt, een sfinx met een vrouwenhoofd of een gevleugelde leeuw.
De afmetingen van de beelden, ze lijken op afstand zo groot als de koeien in het veld ervoor, doen als drager een kasteel vermoeden.
Ze staan op een toren. Die is weliswaar een meter of veertien hoog, maar lijkt hoe dichter je nadert, vrij klein. En smal. De verhoudingen zijn uit balans.
Eenmaal ter plekke blijkt de toren een hele wereld te vertegenwoordigen. Waarin je kunt dwalen, en verdwalen. Afhankelijk van hoe diep je wilt graven. De Toren van Eben-Ezer vertelt verhalen over oorlog, geloof, tijd, ruimte, kosmos en aarde.
Welkom in het oeuvre van voormalig vuursteenhouwer Robert Garcet (1912 – 2001). Alles waarover hij zich in zijn leven het hoofd brak, heeft hij samengebracht in een kunstwerk van formaat: zijn Toren van Eben-Ezer. Een symbool voor de hoop op vrede.
‘Het zoeken naar de zin van het leven, het zoeken naar de zin van de geschiedenis, geeft een idee van de oneindige wegen van zijn werk, dat eerst en vooral een gewetensonderzoek is.’ Aldus een zin uit de dikke stapel papier bijeengehouden in een plastic map op A4-formaat die de bezoeker na betaling van de toegangsprijs van vijfenhalve euro meekrijgt. Met dit boekwerk alleen kun je al uren vooruit.
Het is lastig de zaken helder te houden rondom de toren. Al was het maar doordat met het hoofd in de nek omhoog kijken naar de vier beeldhouwwerken die de hoeken bewaken duizelig maakt. Waar gaat dit over? ‘Geen van Garcets werken moet in de eerste betekenis genomen worden’, zo zegt de catalogus, ‘zoek er de symboliek, de filosofische zin, hun positie in de numerieke orde en de artistieke uitdrukking van de gevoelens in, die hem bezielen.’
De Openbaring van Johannes ligt eraan ten grondslag, en Garcets ideeën over de mensen die zestig miljoen jaar geleden vuurstenen tot symbolische figuren zouden hebben bewerkt. Het Oude Volk, zo noemt Garcet hen, directe afstammelingen van de goden. Het scheppingsverhaal en de evolutietheorie dienen te worden herschreven, zo meent Garcet.
Tja.
De toelichting gaat voorlopig in de tas. Wellicht leuk voor later, maar eerst zelf maar eens kijken wat er zoal te zien en beleven is. Duiding kan altijd nog.
Lange neuzen
Garcets toren is een feest om te ervaren. Je kunt er omheen lopen door een heuvelachtige bostuin waarin beelden staan. Het kalme geluid horen van de vele kilometers onbebouwde grond die het omringt. Uitzien op een groeve die nog altijd in gebruik is. Er via de brede, onregelmatig gevormde trap naar binnen gaan, om na zes uiteenlopend museaal ingerichte verdiepingen weer buiten te staan, boven op de toren, die een weids uitzicht biedt op land dat er al tijden hetzelfde bij ligt.
Jarenlang metselde Garcet steen op steen, met hulp van familie, vrienden en collega’s. ‘Sommige mensen gaan graag op reis. Ik had zin om iets te bouwen’, zoals Garcet zichzelf op vijfentachtigjarige leeftijd verklaarde in een interview.
Bouwlust was evenwel niet zijn enige drijfveer, zo leert ons de in slingerzinnen geschreven gids voor onderweg. ‘Garcet ondervraagt de geschiedenis van de mensheid aan de hand van de joodse profeten. Hij snuffelt. Hij schrijft. Hij ontwerpt een mechanisme voor de geschiedenis. Hij ondervraagt het leven samen met de paleontologen, de geologen, de archeologen, maar voelt zich niet thuis in disciplines die te zeer verdeeld zijn. Hij zal zijn kennis uitbreiden met de durf van een onderzoeker.’
Garcet, die zich gaande zijn zoektocht een slag in de rondte schreef, werd naar zijn zin te weinig, of niet, gehoord. Daarom begon hij aan zijn ‘stenen heldendicht’. ‘De toren is een schreeuw, een grenssteen. De toren wordt Eben-Ezer. Stenen hulp.’
Hulp bij het inzichtelijk maken van Garcets fascinaties, opvattingen, ontdekkingen. ‘Het betrof de reconstructie van een hemels Jeruzalem, in alles overeenkomstig de geheime getallen van het boek der Openbaringen’, zo schrijft Garcet. ‘De Toren zou een vierkant grondplan krijgen en de maten ervan werden vastgesteld aan de hand van berekeningen met behulp van de getallen 4, 7 en 12.’ De drie magische cijfers uit de Openbaring of de Apocalyps; het laatste Bijbelboek.
Je hoeft dat allemaal niet te weten. Of te willen weten. Om je te kunnen verwonderen over, bijvoorbeeld, het effect van de onbewerkte stenen die Garcet gebruikt heeft. De grillige buitenmuren herbergen boertige profielen waaruit lange neuzen steken.
Garcet raadt zijn bezoekers middels een op een tegel geschilderde tekst niet voor niets aan om de stenen, die al verschillende hoeveelheden eeuwen meegaan, voor zichzelf te laten spreken. De stemmen nemen almaar toe. Alles hier heeft betekenis. Zo wordt de houten toegangsdeur geflankeerd door twee inscripties. Links lezen we in rode letters ‘Liberté, egalité, fraternité’; rechts staat in groen, de kleur van groei: ‘Aimer, penser, créer’. Enerzijds de rechten, anderzijds de plichten van de mens. ‘Elk wezen op de wereld dat in staat is om lief te hebben, te denken en te scheppen is een God, zonder het te weten’, aldus Garcet.
De Toren van Eben-Ezer verbindt de aarde met de hemel en is een plaats van ontmoeting. ‘Een ontmoeting met de mens, een ontmoeting met God.’ Als je wilt.
Betonnen billen
Je kunt genieten van de Toren van Eben-Ezer zonder je onder te dompelen in alle religieuze symboliek. Ook de getalsmatige betekenissen die de proporties van het bouwwerk hebben kun je aan je voorbij laten gaan. ‘Alle maten van de Toren vestigen de aandacht op de historische cyclussen, allen symmetrisch, allen met een viervoudige zin.’ De toren is een puzzel met voor elk wat wils. En stelt zich ook open voor de argeloze bezoeker, die zich kan verbazen over zo’n initiatief, over zoveel geestdrift, over de schoonheid en toewijding die zich per stap ontvouwt. Leve de verbeelding.
Aan de basis van de trappen naar de top ligt de Zaal der Cherubijnen. De arend, de leeuw, de stier en de sfinx staan ook hier, maar dan anders, en vormen rug aan rug met gevouwen vleugels de pilaar die de toren stut. ‘In de feiten merken we dat Eben-Ezer een vierhoek is, met vier torens, en dat het steunt op vier samengevoegde Cherubijnen, en dat het op de zevende verdieping gereed staat om naar de ruimte te vliegen door de uitgespreide vleugels van de vier Cherubijnen.’
Om hen heen zijn muurschilderingen te zien – eveneens van de hand van Garcet – en vitrines gevuld met vondsten gedaan tijdens het graven: de schedel van een reuzenschildpad, fossiele oesterschelpen en zee-egels, dinosaurusresten.
Een trap rond een ruggengraatachtige vorm leidt langs kamers met daarin onder andere tentoongesteld een onderwaterwereld van toen, de uitbeelding van een door Garcet geschreven religieus verhaal, de totstandkoming van deze wondertoren.
En dan, dan ben je boven.
Een kleine opening leidt naar het platte dak, biedt de mogelijkheid om vanachter, en vanonder, als je je klein maakt, de billen van de uit beton gegoten beelden te zien wat zij zien. De kantelen ondertussen bieden nieuwe raadselen, bestaand uit cijfers, symbolen, tekeningen. Of een ontroerend beeldhouwwerkje van figuurtjes zo klein als een vinger, klimmend op weg naar een uitzicht.
Daar stokt de taal. Daar rest ervaring. Sta op het dak, voel de wind, zie de wereld. Verdwijn.