Angela van der Elst

logo-angela-van-der-elst

Een boom als buurman

Een boom als buurman

Onkruid, november/december 2008

De Oostenrijkse kunstenaar en architect Hundertwasser heeft de wereld mooier achtergelaten dan hij haar aantrof. Uit boosheid op de rechte lijnen overal om ons heen die mensen beperken in hun groei. Hundertwasser bouwde kleurige huizen met een grasdak, dansende mozaïeksteentjes en golvende vloeren. In het statige Wenen is zijn werk lijfelijk te ervaren.


Zoek de verschillen. Links staat een grijs, rechtlijnig doorsnee gebouw met ramen op steeds weer dezelfde hoogte, allemaal even groot en identiek omlijst. Daarnaast het Hundertwasser-Haus: grillig, kleurrijk, bijna aan het zicht onttrokken door de bomen die erop, eruit en ertegenaan groeien.
Het vele groen maakt het de grote groepen toeristen lastig een glimp van deze attractie op te vangen. Desondanks maakt iedereen foto na foto van wat hij of zij met eigen ogen ziet, omringd door winkeltjes vol kalenders, ansichtkaarten, boeken en posters met afbeeldingen van precies hetzelfde, maar dan mooier. Kennelijk moet er iets tastbaars van de eigen ervaring mee naar huis, in plaats van zo’n gekochte weergave.
Misschien zorgt het maken van een foto ervoor dat je beter kijkt. Of beter kunt beheersen wat je ziet. Want de bouwsels van de in december 1928 in Wenen geboren Friedrich Hundertwasser raken iets aan wat groot is. Een oerverlangen. Een hunkering naar een betere, mooiere wereld. Een wereld die we zelf zouden kunnen maken en vormgeven. Maar dat doen we niet. Want kijk om je heen: we wonen bijna allemaal in rechte, grijze of baksteenbruine gebouwen. Werken in dat soort omgevingen. En vinden dat gewoon. Waarom?

Zintuiglijk en speels
Ook Hundertwasser stelde zich die vraag. Al die rechtlijnigheid, die maakt ons ziek, was zijn stellige overtuiging. Tijdens gesprekken en in manifesten waaierden zijn gedachten vrijuit over mens en natuur, en hoe die twee zich gezonder tot elkaar zouden kunnen verhouden. ‘Waar je ook kijkt, overal zie je in lelijkheid verstarde afzichtelijkheid. En voor al deze gebouwen is vergunning verleend. Waarom is mooi menswaardig bouwen niet toegestaan? Het zou andersom moeten zijn.’
Graag. Dan zouden we overal de speelse, ronde, zintuiglijke creaties van Hundertwasser kunnen zien en voelen. Want zijn grondige afkeer van rechthoekige rationaliteit leidde tot zo organisch mogelijke omgevingen. Met muren waarop je mag tekenen, daken vol gras, mozaïeken die je oog aaien, gangen van golvende vloeren. ‘De mens verleert de kunst van het beleven en wordt geestesziek. Zo wordt de vlakke vloer het echte gevaar voor de mens.’
Dat mag dan zo zijn, op Hundertwasser’s vloeren is het ook makkelijk struikelen, leert de ervaring. Een andere vorm van gevaar. Maar hoe erg is dat eigenlijk? ‘De mensen hebben niet alleen ogen om van schoonheid te genieten, oren om schoonheid te horen en een neus om schoonheid te ruiken. De mens heeft ook tastzin in handen en voeten.’
Conclusie: ook voeten willen dingen meemaken. Ze zijn niet voor niks zo blij in zomerzand aan zee. Maar het is hun westerse lot om altijd veilig weggestopt te zitten in beschermende schoenen – Hundertwasser liep zelf graag op eigengemaakte zachte windsels -, en die beperken de zintuiglijke waarnemingen. Hundertwasser had daar oog voor. En dus laat hij ons lopend tasten op die onregelmatige bodem. ‘De oneffen wandelgang wordt een symfonie, een melodie voor de voeten. De wandelgang brengt een geheel nieuwe mens in beweging. Architectuur hoort mensen te verheffen, niet te onderdrukken.’
Het is maar een klein voorbeeld van de zoveel natuurgetrouwere manier die deze kunstenaar en architect – of beter: natuur- en mensvriendelijk bedenker van allerlei – aandraagt als voorbeeld van hoe we het leven ook zouden kunnen leiden. Zoekend, vallend, aardend.
Maar misschien zijn juist daarom de meeste gebouwen wel recht en duidelijk. Ze geven de illusie van zekerheid en veiligheid. Terwijl Hundertwasser met zijn vormen, ideeën en onaangepastheid het ravijn induikt: kijk mensen, zo kan het ook, dat is toch veel aangenamer?
Hundertwasser durft. En hij valt niet, maar zweeft. Gaat de totale vrijheid aan. Denkt voorbij wat we kennen en als normaal ervaren. Dat is eng, natuurlijk, maar het leidt wel tot volstrekt originele, prachtige, inspirerende behuizingen. Voor zowel mensen als bomen. Want in het Hundertwasser-Haus hebben de bewoners een boom als buurman.

Raamrecht en boomhuurder
Er is iets raars met Wenen. De statige geboorteplek van Hundertwasser heeft drie van ‘s mans weergaloze panden binnen de stadsgrenzen – behalve het Hundertwasser-Haus het KunstHausWien, en de verfraaide Warmtecentrale Spittelau – maar of de plaats daar nu echt trots op is? Want hoewel Hundertwasser inhoudelijk op een neefje van de Spaanse architect Gaudí lijkt, heeft Oostenrijk zijn vrijdenkende, kunstzinnige bewoner niet tot wereldwijd bekendstaand symbool van de hoofdstad gemaakt; daar waar Barcelona en Gaudí onlosmakelijk verbonden zijn. Waarom is dat zo?
Gaudí heeft, voor zover bekend, nooit toespraken in z’n blootje gehouden. Maakte zich niet boos op architecten en hun grootste misdaad tegenover de mens; het introduceren van de rechte lijn. Probeerde niet zo regelmatig en met veel vuur, overtuiging en onaangepast gedrag de wereld te verbeteren.
Hundertwasser – hij stierf acht jaar geleden – deed al die dingen wel. Zijn werk laat ons nog altijd zien waar het hem om ging: een afvalvrije maatschappij, huizen met ramen als zielen, muren als onze derde huid, steden met raamrecht en boomhuurders als volkomen normale elementen.
Ja, sommige van die dingen klinken raar. Vaag. Maar wat Hundertwasser maakt is dat helemaal niet. Zie zijn tekeningen of ontwerpen en alles wordt duidelijk. Nee, niet direct alle ideeën en opvattingen erachter, of de woede waaruit veel is ontstaan. Maar je staat met je voeten op de grond en voelt wat hij bedoelt: hoeveel fijner het moet zijn om in een huis te wonen dat een beroep doet op je individualiteit, op al je vermogens – de gekende en nog onontdekte -, een plek die de ruimte biedt te groeien, te spelen, uit te proberen. ‘We wonen in misdadige gebouwen, gebouwd door echt misdadige architecten. De rechte lijn leidt tot de ondergang van de mensheid.’ Aldus Hundertwasser.
Neem een van zijn stokpaarden; het raamrecht. ‘Een bewoner van een huurhuis moet de mogelijkheid hebben zich uit zijn raam te buigen en – zo ver zijn handen reiken – het metselwerk weg te krassen. Hij moet toestemming krijgen met een lange kwast buiten alles te beschilderen, zodat van verre, vanaf de straat, te zien is dat daar iemand woont die zich onderscheidt van zijn buren.’ Het aanstekelijk vrolijke resultaat daarvan demonstreren de raamomlijstingen van het Hundertwasser-Haus. En die boomhuurder, dat is in Hundertwasser’s woorden ‘een boom die meer dan een verdieping hoog wordt en uit een raam groeit. De boom is met de gevel verbonden en heeft het recht om in het huis te wonen. De boom betaalt niet met papiergeld of andere menselijke waardemiddelen, maar met een kosmisch waardemiddel dat eeuwig geldig blijft en zich zelfstandig verbetert. Hij betaalt ten eerste met zuurstof, ten tweede met ongelooflijke schoonheid, ten derde door z’n activiteit als stofopruimer.’ We zien de groene huurders al wonend aan het werk.

Sukkels en slaven
Maar toch: bomen als buurmannen zijn niet gebruikelijk. We kijken er in Wenen naar, zeggen: o, wat mooi en bijzonder, en lopen weer door. Op weg naar keizerlijke paleizen, eeuwenoude gotische kathedralen of het operagebouw. Om daarna uit te puffen in een konditorei en een Mozart Torte te bestellen, een Strauss Schnitte of een Egon Schiele Würfel. Aan Hundertwasser-snoep doet men hier niet.
Er is maar één straat naar hem genoemd, de Hundertwasser Promenade. En dat is niet eens een echte straat, maar een wandelpad langs het Donaukanaal. De toeristische stadsplattegronden beperken zich tot het oude centrum, waardoor Hundertwasser’s drie bouwwerken net buiten het papier vallen.
Het gevolg is dat je Wenen kunt bezoeken en niet eens hoeft te weten wat je gemist hebt. Want van die andere beroemde Weense kunstenaar, Gustav Klimt, is waar je maar kijkt een tas met een afbeelding van een van zijn schilderijen erop te koop. Maar Hundertwasser; hij lijkt hier buiten zijn drie gebouwen niet te bestaan.
‘Ik heb het gevoel dat ik omringd word door sukkels en slaven die niets doen. Liever zou ik niets doen en kijken naar wat andere mensen doen.’ Boeken over Hundertwasser bevatten behalve tientallen foto’s van zijn werk, pagina’s vol tekst met ’s mans opvattingen. ‘Ik weet precies hoe het leven eruit hoort te zien en hoe het paradijs eruit hoort te zien. Ik zou liever in een stoel zitten en het paradijs bekijken, maar omdat het maar niet komt en ook niet zal komen, moet ik het helaas zelf doen.’
Dat klinkt zwartgallig. Maar die indruk maakt Hundertwasser totaal niet. Niet in de vrolijkheid die zijn werk uitstraalt, en ook niet in de video die er in het KunstHausWien over hem draait. We zien geen misantroop, maar een man met prachtig melancholieke ogen die veel reist en vaart, deeltijd in Nieuw-Zeeland woont, en onophoudelijk probeert om dingen te tekenen en te verzinnen die zich kunnen meten met de pracht van de natuur.
Daarom hang Hundertwasser als hij een schilderij af heeft het eerst een tijdje aan de takken van een boom. Om te zien of het wel kan wedijveren met de schoonheid die er al is. Want waarom zou je het er anders aan willen toevoegen? ‘Een paradijs kun je zelf maken, met je eigen creativiteit, in harmonie met de vrije creativiteit van de natuur,’ beweerde hij. En bouwde in het midden van niks een huisje met een muur vol ingemetselde flessen. Lekker warm in de winter, koel in de zomer, en prachtig om te zien.
Hier loert het gevaar van een gedachte. Iets als: ja, die Hundertwasser heeft makkelijk praten, hij verdiende zeker geld genoeg om zich dat allemaal te kunnen permitteren. Altijd onderweg zijn, beetje verven, beetje knutselen. Op die manier kunnen we het allemaal.
Wat Hundertwasser allereerst voor zichzelf regelde, was vrijheid. ‘Je hebt zo weinig nodig om te leven. Wat zou er gebeuren als de mensen in plaats van steeds meer te willen, steeds minder zouden willen? Dan zouden ze gelukkiger zijn, gezonder, niet vet eten en hun auto’s wegdoen en fietsen, in hun tuin groente verbouwen en iedereen zou steeds minder geld nodig hebben. Ik denk dat dat een heel interessant experiment zou zijn.’
Anders gezegd: je bent zo vrij als je zelf durft te zijn.

Creativiteit en harmonie
Behalve op woningen en kunstruimtes heeft Hundertwasser zich gestort op een kerk, benzinestation, wegrestaurant, ziekenhuis en fabrieken. Een zo’n fabriek staat aan de rand van Wenen; de Warmtecentrale Spittelau. Twintig jaar geleden begon Hundertwasser op verzoek van de directie met het verfraaien ervan. ‘De belangrijkste reden waarom ik de omvorming van de warmtecentrale op me heb genomen, is dat tot nu toe kunstenaars, architecten, schilders, beeldhouwers zich aan de verantwoordelijkheid hebben onttrokken zich over lelijke industriegebouwen te ontfermen. Je helpt ze niet uit de wereld door ze te negeren.’
Een wandeling langs het Donaukanaal is een goede manier om dit gebouw te naderen. Na een bocht is in de verte tussen de bomen ineens een grote, gouden bol zichtbaar op een blauwe paal, die hoog boven alles uittorent. Elke stap onthult meer: kleurige vensters, grillige zuilen, aderachtige rode vormen langs de muren, de typische Hundertwasser-letters die zeggen ‘Fernwarme Wien’. En, geintje, op het dak ligt een bovenformaat pet van het model dat Hundertwasser graag droeg. ‘Met het energiebedrijf Wenen-Spittelau wordt het bewijs geleverd dat een creatieve geest in harmonie met de natuur tot leven kan worden gewekt. Het moet een bijdrage tegen de anonimiteit in onze steden zijn.’
Zo druk als het steeds op het pleintje voor het Hundertwasser-Haus is, zo stil blijkt het hier. Auto’s razen voorbij, er is geen toerist te zien. Ook een informatieplaquette ontbreekt. Net als verbodsbordjes, dus lopen we om de hoeken heen om te zien wat Hundertwasser nog meer bedacht heeft om dit kantoorgebouw te vermenselijken. Bomen groeien op het dak, mozaïek versiert de ramen, de muren zijn een feest van kleur en fantasie. Hier kun je toch niet anders dan met een glimlach aan het werk zijn.
Tik tik tik.
Van achter een donker raampje klinkt een venijnig geluid. Meneer de portier blijkt ervoor verantwoordelijk. We mogen hier niet lopen, gromt hij, deze fabriek is geen attractie, hier wordt gewerkt. Wegwezen dus. Hm. Kennelijk garandeert een dagelijks verblijf in dit wonderpand geen zonnig humeur.
Dit wegsturen staat zó haaks op de speelse wereld die Hundertwasser ons laat zien, dat het bijna moedeloos maakt. Het doet beseffen dat hij over een ongekende buigzaamheid moet hebben beschikt, met steeds weer al die tegenwind overal. Maar Hundertwasser was en bleef overtuigd van zijn eigen waarheid en knakte niet. Integendeel. Alles waar hij tegenaan liep zorgde ervoor dat hij juist bleef prikken, mensen aanmaande zich te verzetten tegen alles wat zogenaamd gewoon is en ‘nu eenmaal’ van je verwacht wordt. Allemaal onzin.
Dus: ‘Als je een bord koopt, verander het, als je een wasmachine koopt, geef er een schop tegen, als jullie naar huis gaan en de tegeltjes in de badkamer zien die allemaal eender zijn, pak een hamer en sla erop los. Zodat eindelijk deze valse steriele ordening van het rastersysteem doorbroken wordt.’ De wereld volgens Hundertwasser. Amen.