Angela van der Elst

logo-angela-van-der-elst

Elke steen is een doel op zich

Elke steen is een doel op zich

Onkruid, september/oktober 2009

In een bos in Friesland wordt sinds de jaren zeventig een ecokathedraal gebouwd: een zich over generaties uitstrekkend project waarbij mensen, planten en dieren samenwerken. Mensen stapelen stenen, planten en dieren zorgen voor de verhechting van een en ander door overwoekering en nestbouw. Kunstenaar Louis le Roy is de initiator, maar kan zelf niet meer meebouwen. Siebe Homminga stapelt wel elke week.


Er zijn veel te weinig rommelveldjes in Nederland. Plekken met zand en struiken waar het onkruid welig tiert. Zo’n vergeten hoek waar het goed spelen, hutten bouwen en taak verdelen is. Het gebied van de ecokathedraal in Mildam, een dorp vier kilometer ten oosten van Heerenveen, is dan ook een weldaad. Er liggen stapels stenen, er is zand, er groeit onkruid. En, minstens zo belangrijk: het is er stil. Nieuwsgierige of afkeurende ogen ontbreken.
Behalve je verwonderen over wat hier op deze sprookjesachtige plaats sinds de jaren zeventig gebouwd wordt, is er eigenlijk niets zo logisch als aan het werk te gaan. Gewoon doen wat er gedaan moet worden: tegels stapelen tot hoge torens, muren en muurtjes. Het bouwmateriaal bestaat uit overgebleven straatpuin van de gemeente Heerenveen dat met enige regelmaat vanaf een vrachtwagen op het terrein gestort wordt: stoepranden, straatklinkers, ontwateringputjes, rioleringsmateriaal, stenen met een haaientand erop.
Alles komt in losse stapels op elkaar te staan, zonder cement of andere kunstgrepen erover uitgesmeerd of aangebracht. Want de natuur zal de boel verstevigen, door eromheen te groeien en ertussen te kruipen. Vogels, muizen, padden en mieren bouwen nestjes en vullen daarmee de gaten. De ecokathedraal is een project van mens en natuur, of zoals initiator Louis le Roy het in een van zijn boeken heeft geformuleerd: ‘Het is een ruimtelijke, landschappelijke of stedelijke structuur die zich – eindeloos in ruimte en tijd – op basis van onderlinge samenwerking tussen mensen, planten en dieren tot zijn natuurlijke climaxvorm kan ontwikkelen.’

Ecokathedraal groeit gestaag

Onkruid wieden? Geen sprake van
Siebe Homminga is een van de bouwers aan de ecokathedraal. Elke dinsdag werkt hij, meestal samen met vier mannen en een vrouw, van negen tot twaalf aan de uitvoering van de plannen van Le Roy. De kunstenaar, schrijver en glasverzamelaar Le Roy wordt 31 oktober 85 jaar en is door gezondheidsproblemen niet meer in staat zelf te bouwen. Homminga: ‘We waren collega’s, Le Roy gaf tekenen op de school waar ik docent Grieks en Latijn was. We konden goed met elkaar opschieten en ik zocht hem weleens op in de ecokathedraal. Hij ging dan door met bouwen, ik gaf stenen aan. Toen ik in 1998 met pensioen ging kreeg ik overdag tijd om mee te gaan helpen. Sindsdien kom ik er elke week. Le Roy tot zijn verdriet niet meer. Bijna veertig jaar was hij hier aan het werk, maar na een herseninfarct loopt hij moeilijk. Ik ga regelmatig bij hem langs en laat dan foto’s zien van de vorderingen. “Jullie zijn goed bezig”, zegt hij elke keer.’
Een ecokathedraal, dat klinkt ambitieus. En dat is het ook. Want dwars tegen de huidige, snelle, praktische manier van bouwen in, heeft Le Roy het voor elkaar gekregen een stuk bos – twee hectare groot – in gebruik te mogen nemen om daar zo lang als nodig is, maar in elk geval de komende honderd jaar, aan zijn idee gestalte te laten geven.
Hij heeft toen hij begon talloze soorten zaad gestrooid en planten neergezet, met als resultaat een gevarieerde groei die uiteenlopende diersoorten aantrekt. Afhankelijk van het seizoen zie je bijvoorbeeld vingerhoedskruid, springbalsemien, koningskaarsen. Ook staan er menshoge brandnetels, klaprozen en paardenbloemen. Met daaromheen beuken, berken, eiken. En dat alles met als bedoeling de juiste omgeving te creëren voor een langdurig bouwproject, iets wat van generatie op generatie wordt doorgegeven, net zoals dat met de kathedralen in de Middeleeuwen ging. En met de Sagrada Família in Barcelona nog altijd gebeurt.
Als mensen Le Roy vragen wanneer het af is, zegt hij: over duizend jaar. En hoe hoog wordt het? Driehonderd meter.
Bij de ecokathedraal gaat het niet om het resultaat. Het proces is waar het om draait. Het proces waarbij mens en natuur samen een complexe bouw tot stand brengen. Zoiets gebeurt niet in een mensenleven. Daarom is de Stichting TIJD opgericht, om ervoor te zorgen dat ook na Le Roys dood het bouwen aan de kathedraal en het uitdragen van zijn ideeën doorgaat.
Le Roy heeft veel van zijn opvattingen opgeschreven. Zoals: ‘De natuur wordt beheerst door een ordenend beginsel. We hoeven niet bang te zijn voor de chaos. De mens mag alleen in het begin begeleiden, maar dan dient hij zich snel terug te trekken. Niet spitten, niet sproeien en niet snoeien. Een enkele boom kappen als het te vol wordt, dat mag. Maar laat die boomstam alsjeblieft liggen. Door het natuurlijke rottingsproces keert hij terug in de bodem. Zo vormt zich nieuwe grond.’ En: ‘Onkruid wieden? Geen sprake van. Onkruid is ook natuur. Het beantwoordt alleen niet aan onze economische wetten van nut en rendement. De natuur houdt haar eigen wetten erop na.’

koeien

Het materiaal bepaalt de vorm
Betreden op eigen risico, het staat er niet voor niks bij de ingang van de ecokathedraal. Traptreden zijn wiebelig waar de natuur haar woekerende werk nog moet doen. ‘Met gevaarlijk hebben we niks te maken’, zegt Homminga, ‘daar denken we niet aan. De Arbowet passen we ook niet toe.’ Homminga’s blessures zijn tot nu toe beperkt gebleven tot schrammen, een gebroken nagel en een blauwe teen. ‘Juist omdat het gevaarlijk is, let je goed op.’ Wie mee wil bouwen is welkom. Elke dinsdagochtend, of tijdens incidenteel georganiseerde weekendcursussen. Meld je aan, hul je in werkkleding, draag stevige schoenen.
Homminga is geen handige man zegt hij zelf, maar met een goede conditie en een leermeester als Le Roy kom je een heel eind. ‘We doen alles met mankracht. De enige werktuigen zijn een kruiwagen, koevoet, roller en zware stang. Ik heb hier gaande de jaren veel meer oog gekregen voor de kunde van de bouwers van vroeger, toen er nog geen cement of andere hulpmiddelen waren.’ Er bestaat geen bouwtekening van hoe de ecokathedraal moet worden. ‘Le Roy heeft me wel een schets gegeven. Daarop staat dat hij ergens in de breedte een kort stuk wil, daar twee keer een langere muur, en op het laatst een toren. Maar dat is niet bindend. We mogen kleinere torens maken, nissen in de muur. Eigenlijk beslissen wij niet wat het wordt, maar het materiaal. Dat bepaalt de vorm. Soms wil je iets met bepaalde tegels, maar al zoekende kom je wat anders tegen. Dat is het aardige: je moet voortdurend je plannen wijzigen. Af en toe ben ik als ik om twaalf uur stop met werken zelf verbaasd over wat het die dag geworden is, wat ik gedaan en gemaakt heb.’
Homminga is 72. De andere bouwers zijn minstens vijftig plus. ‘Pas dan heb je tijd om je aan iets als dit te wijden. De meeste jongere mensen zijn tweeverdieners en hebben het druk.’ Dat er zo weinig vaste bouwers aan de ecokathedraal zijn verbaast Homminga dan ook niet. Wel verwondert hij zich erover dat er niet meer omwonenden meewerken aan het Le Roy-park in het centrum van Heerenveen: een langgerekt stuk natuur tussen de huizen in, hier en daar onderbroken door de weg. ‘Stichting TIJD wilde er een toren van tien meter hoog bouwen, leuk ook voor vleermuizen, maar daar protesteerden bewoners tegen. In overleg is toen besloten ‘m maximaal een meter te laten zijn. Hij was al tweeënhalve meter hoog, dus toen ben ik de toren steen voor steen gaan afbreken. Daar kwam niemand bij helpen. Het leeft kennelijk niet erg. Als ze er maar geen last van hebben, zoiets.’ Wel veel lof heeft Homminga voor de gemeente van Heerenveen. ‘Die heeft dat park beschikbaar gesteld en levert al het bouwpuin in Mildam. Geweldig. Zonder dat was wat we nu doen niet mogelijk geweest.’

koeien

Le Roy wil geen geld, alleen tijd
Wandelend door het bos waarin de ecokathedraal in aanbouw is – zo nu en dan stuit je op een muur, een toren, een aangelegd pad – krijgt je hoofd ruimte. Door de koesterende werking van het geluid op deze plek (de vogels en ruisende blaadjes), en de tijdloosheid die er heerst. Niets refereert aan haast. Sterker, je reist naar toen. Want de bouwsels doen denken aan eeuwen terug, toen de opa’s van de opa’s van de opa’s van nu, stenen stapelden in Peru of Cambodja. Het is dezelfde massieve manier van bouwen, in tegenstelling tot de kruisvorm die ruimtelijke bouwwerken als Europese kathedralen kenmerkt.
Het ontbreken van een einddatum geeft voor Homminga een meerwaarde aan het voor hem toch al verrijkende, wijze project dat de ecokathedraal is. ‘Dat dit kan in een wereld vol subsidies en opleverdata vind ik een verademing. Le Roy heeft een keer een grote som geld kunnen krijgen als hij een tekening van het eindresultaat zou maken en binnen die en die termijn klaar zou zijn. “Hou dat geld maar”, heeft hij toen gezegd. Want Le Roy vraagt geen geld. Hij wil alleen tijd. Dat vind ik bijzonder van hem. Hij heeft een heel andere manier van denken. Er is geen einddoel. Elke steen is een doel op zich.’
Stenen die keer op keer op elkaar gestapeld worden, op weg naar een ecokathedraal van weidse afmetingen, een constructie waarover Le Roy schreef dat ‘ie ‘ontstaat door spontane creativiteit, als een product van een levenslang samenwerken van natuurlijke organismen (mensen, planten en dieren), en die uitsluitend gerealiseerd wordt met behulp van vrije energie; energie geleverd door die natuurlijke organismen’.
Soms is voor een vrije val in de tijd op weg naar de zorgeloze dagen van je jeugd weinig meer nodig dan een stapel stenen en een berg zand. We mogen ons gelukkig prijzen met iemand als Louis Le Roy, die met zijn ecokathedraal de deur heeft opengezet naar een glimp op een betere wereld.