Later als ik tijd heb
VPRO Gids, september 2014
‘Druk druk druk’; wie het niet is, moet gepensioneerd zijn of anderszins werkloos. NPO Doc toont hoe het hebben van alle tijd in de westerse wereld er zoal uit kan zien.
‘Hoe gaat het? Druk?’ De combinatie van die twee vragen komt zo vaak voor dat het bijna raar lijkt er niet met ‘goed’ en ‘druk ja’ op te antwoorden. Druk met werk, druk met gezin, druk met de dingen die ‘nu eenmaal’ moeten. Alleen wie met pensioen is, of iemand met een geldvoorraad groot genoeg voor een leven lang, heeft een geaccepteerd excuus om niet elke dag in de tredmolen te (hoeven) stappen.
Het is ook wel makkelijk natuurlijk, het volgen van de vorm die door de meeste volwassenen wordt geleefd en in de richting waarvan we al vanaf onze kleutertijd geleid worden. Het ontslaat je van de noodzaak zelf over de invulling van je dagen na te denken. Er is immers een juk? Ideaal voor iedereen met een gebrek aan lef en creativiteit.
De Engelse denker en schrijver Alan Watts (1915 – 1973), hippie voor het woord bestond, leefde in alles in het groot en inspireerde daarmee velen. Hij wist er wel raad mee, met dat wat als ‘z’n gangetje gaan’ wordt omschreven: ‘Wij mensen hebben altijd haast. We willen zo snel mogelijk de vaardigheden en het ritme van werk omzetten in geld. Dan zo snel mogelijk ook weer weg van het werk, naar huis, waar we kunnen beginnen met ons werkelijke leven, het onszelf vermaken en genieten.’ Maar: ‘Wat voor veel gezinnen het werkelijke leven inhoudt, is kijken naar een elektronische reproductie van het leven.’
Thuis voor de buis. Even helemaal niks. Je zou denken, vervolgt Watts, dat het hebben voldaan aan verplichtingen gevierd zou worden met ‘een kolossaal banket, een orgie van liefde of een uitbundig feest met dans en muziek’. Maar nee. Morgen is het weer vroeg dag, immers.
Bloemenmeisjes
Soms heb je geluk, zo is deze week bij NPO Doc te zien. Dan valt de individuele behoefte aan verandering samen met een grotere beweging en kun je aanhaken. Vrijgevochten heet natuurlijk niet voor niets zo, ieder heeft het voor zichzelf te doen; alleen kan het helpen wanneer je onderweg niet de enige strijder bent. Zo raakten veel adolescenten en twintigers er gaande de jaren zestig van overtuigd dat ze voor een ommekeer zouden zorgen. Met love en peace als richtlijnen gingen zij zo’n beetje alles anders doen dan hun ouders en de generaties daarvoor. Het leidde ertoe dat tienduizenden jeugdige Amerikanen in de zomer van 1967 naar Haight-Ashbury trokken, een wijk in San Francisco. Daar laafden ze zich aan zingen, dansen, musiceren, grashangen, drugs en elkaar. ‘What do you do?’ ‘I live.’
Gail Dolgin en Vicente Franco maakten veertig jaar later Summer of love, een documentaire waarin deze grootste jongerenmigratie in de geschiedenis van Amerika centraal staat. Wat ging er aan die massale verplaatsing vooraf? We zien de bloemenkinderen van toen, al dan niet blootsvoets, al dan niet onder invloed, genietend van de vrijheid die ze zichzelf gunnen. In plaats van dat te doen waarvoor ze waren opgevoed en opgeleid, gaven ze zich over aan het leven in al zijn ongewisheid, de sprankeling van elk moment.
‘Veel van deze idealisten waren producten van de jaren vijftig,’ lichtte Dolgin hun film toe; ‘opgegroeid in een verwarrende mix van naoorlogse rijkdom en nucleaire dreiging.’ Toen, daar, leefden op het hoogtepunt zo’n honderdduizend mensen hun gedeelde verlangen naar een heringerichte samenleving; een die oorlog en haat verwierp, evenals geld en je conformeren. Of je nu werd aangetrokken door de muziek, de vrije liefde of kwam uit woede om de Vietnamoorlog – in San Francisco leken de deuren naar een persoonlijke en sociale omwenteling gedurende een paar zinderende maanden open te staan. Met Haight-Ashbury als speelveld voor de nieuwe mens.
Het aanstekelijke terugkijkdocument is een van de films die NPO Doc, tijdens het Nederlands Film Festival, programmeert onder de noemer ‘Alle tijd van de wereld’. Aanleiding voor dit thema is het Gouden Kalf voor de beste lange documentaire dat vorig jaar tijdens het NFF werd toegekend aan de Nederlands-Mexicaanse productie Parts of a family. De in Amsterdam wonende regisseur Diego Gutierrez portretteert hierin zijn bejaarde ouders die een ogenschijnlijk zorgeloos leven leiden in hun villa op een met prikkeldraad omgeven landgoed nabij Mexico-City. Maar schijn bedriegt: moeder voelt zich verwaarloosd door Gutierrez’ vader, een gepensioneerd kinderarts. Vijftig jaar getrouwd zijn ze, en volkomen uit elkaar gegroeid. Alle tijd (en ruimte) van de wereld om de ander te negeren. Gutierrez wordt na afloop van de uitzending van zijn intieme scènes uit een huwelijk door Chris Kijne geïnterviewd in het programmaonderdeel Regisseur aan de keukentafel.
Pensionado
De hippies namen de tijd, gepensioneerden krijgen ‘m, zij hebben hun vrijheid ‘verdiend’. Zie hier een van de overtuigingen waarmee we het systeem in stand houden. Je hebt je handjes te laten wapperen, je nuttig te maken; wie het anders doet riskeert hoon. Ledigheid als vijand van de gevestigde orde. Volgens Tom Hodgkinson (1968), de Engelse schrijver die ‘lanterfanter’ als geuzennaam draagt, ligt een groot deel van de schuld hiervoor bij de achttiende-eeuwse Amerikaanse politicus (en volgens Hodgkinson ‘misselijke uitslover en moralist’) Benjamin Franklin. Die immers schreef voor jonge mannen die de wereld introkken: ‘Denk eraan, tijd is geld. Wie met zijn arbeid tien shilling op een dag kan verdienen en de helft van die dag rondzwalkt of luiert, ook al geeft hij tijdens zijn ontspanning of geluier maar een sixpence uit, die moet dat toch niet beschouwen als de enige uitgave; eigenlijk heeft hij daarnaast nog vijf shilling uitgegeven, of liever gezegd, weggegooid.’
Hodgkinson, die uitrekende met een paar uur werken per dag genoeg te verdienen om zijn (gezins)leven te onderhouden, haalt in zijn boeken Lof der luiheid (2004) en Leve de vrijheid (2006) alles (en iedereen) uit de kast om ons wakker te schudden of verder aan te moedigen. Opruiende hoofdstukken met titels als ‘Verdrijf de angst; wees zorgeloos’ en ‘Negeer de overheid’ proberen de moderne mens ontvankelijk te maken voor een nieuwe wereld; eentje die je zelf vormgeeft. ‘Stop met werken, begin met leven’, gedraag je als een hippie en pensionado ineen. En nee, daar heb je niet (eerst) veel geld voor nodig. Een bijstelling van werkelijke noden is voldoende, in plaats van ‘later, als ik tijd heb’. Als, ja.
Die manier van leven zou een volkomen geaccepteerd verschijnsel als het zwarte gat waarin iemand na zijn 65e kan vallen tot een aberratie maken. In Het grote genieten van Chiel Aldershoff uit 2009 zien we wat er gebeurt wanneer ex-politieman Tjeerd en oud-kantoorklerk Ton alle ruimte voor hun hobby’s krijgen. Wie zijn ze zonder werk, wat is hun waarde nog? Ontslagen, wat nu; een door Wim Schepens gemaakte aflevering van Geluk van Nederland uit 2005, toont een andere confrontatie met een werkloos bestaan. Een toestand die behalve geldzorgen een identiteitscrisis kan opleveren. Niet zo gek misschien, wanneer je steeds automatisch van het een (opleiding) in het ander (baan) terecht bent gekomen. Scholen voorzien nauwelijks in lesuren gewijd aan (niet-economisch gericht) zelfonderzoek, laat staan dat ze veel lege tijd overlaten waarin de grote vragen vanzelf naar je toekomen. Logisch dat verwarring en radeloosheid je deel zijn wanneer je ineens niks meer te doen hebt. Nee: je niks meer ópgelegd krijgt.
Ook depressie is een mogelijkheid. Moeders die hun laatste kind het huis hebben zien verlaten, lopen kans op een syndroom. Jesse de Jong studeerde in 1999 af aan de Filmacademie met zijn korte (en met een Tuschinski Award bekroonde) documentaire Het lege nest. Ook hier is de vraag: wat blijft er van iemand over wanneer alle werkzaamheden wegvallen die gedurende decennia de dagelijkse gang bepaalden?
Luxe
Na die zomer van hoop en verwachting in San Francisco, werd het herfst. Te koud voor blote voeten, drugsgebruik leidde tot ontsporingen, geslachtsziekten tierden welig. De meeste van de hippies die kwamen, vertrokken weer. Zij zetten hun wegen elders voort, meer verspreid over het land, bijvoorbeeld in communes.
De films die NPO Doc heeft uitgekozen laten zien wat er gebeurt hoe iemand volkomen van koers kan raken door van de ene dag op de andere zonder kaders aan zichzelf overgeleverd te zijn. Maar het zo nu en dan tergend trage Bloody Mondays & Strawberry Pies van Coco Schrijber uit 2009, met als onderwerp de waarde van verveling, zit niet voor niks ook bij de selectie, evenals Mensen van nu; de Tegenlicht-aflevering van Tomas Kaan van vorig jaar. Daarin zien we dertigers op zoek naar een leven waarin meer ruimte is voor rust, zelfontplooiing en ‘echte ervaringen’. Hé, waar en wanneer hoorden we dat ook al weer eerder?
Misschien is het vooral de kunst om een onderscheid te leren maken tussen de waarachtige belangen van het individu en de aangeprate die het collectief dienen. Daarom krijgt de onweerstaanbare Zwitserse reisschrijver Nicolas Bouvier (1929 – 1998), het laatste woord, bij aanvang van de tocht die hij in de jaren vijftig met een vriend ondernam: ‘We zien af van alle luxe behalve die ene: alle tijd van de wereld hebben.’