Het is fijn om vijf te zijn

Verlegen komen drie blonde kinderen hand in hand door de schoolgang aangelopen. Het zijn Jelle, Cathelijne en Dave en ze zitten in groep 2.
Zijn jullie kleuters?
Jelle, Cathelijne en Dave in koor: ‘JAAAAA!’
Dave: ‘Ik ben net vijf geworden.’
Jelle: ‘Ik ook.’
Cathelijne: ‘Ik niet. Ik was het al.
Het schuchtere drietal is binnen een minuut veranderd in een kluwen beweging, gegiechel en gekeet. Met z’n drieën zitten ze op de stoel van de juf want die is hoger en heeft wielen.
Is vijf zijn leuk?
Jelle: ‘Ja, want dan kun je goed klimmen en mag je ook overal in klimmen.’
Cathelijne: ‘Als je vier bent, ben je veel te klein voor klimmen.’
Dave: ‘Ik vind vijf zijn leuk want als ik honderd ben ga ik al bijna dood.’
Cathelijne: ‘Maar ik wil graag tien worden, want mijn zus is dat ook. Dan mag ik heel lang opblijven.’

De stoel kan hard door de klas rijden en ondertussen is het leuk om in elkaars billen te knijpen en te gillen.
Wat vinden jullie het leukste om te doen?
Dave: ‘Tekenen en dino’s bouwen van Lego. Zal ik dit eens laten zien? Dit zijn dino’s.’
Dave duwt een tekening in beeld.
Mooi.
Cathelijne: ‘Dave tekent alleen maar jongensdieren. Geen meisjespoezen en honden.’
Dave: ‘Ik maak wel poezen.’
Cathelijne: ‘Maar nooit gewone dingen die voor meisjes zijn.’
Wat is een ding voor meisjes?
Cathelijne: ‘Een huisje. Die maken hun niet.’
Dave: ‘Ik maak wel huizen!’
Cathelijne: ‘Maar geen meisjeshuizen. Jij maakt geen hartjes in de lucht.’

Opgeruimde potloden kun je ook uit een bakje gooien en allemaal over de tafel laten rollen, uit een raam is het lekker hangen.
Komen jullie nog even zitten?
Drie stuiterballen storten zich weer op de juffenstoel.
Wie is de baas over jullie leven?
Jelle en Cathelijne zijn het eens: ‘Papa en mama.’
Dave: ‘Ik ben mijn eigen baas.’
Jelle en Cathelijne: ‘Ik ook!’
Dave: ‘We mogen alleen niet doen wat we willen.’
Cathelijne: ‘Dus zijn wij toch niet de baas.’
Wat willen jullie worden?
Cathelijne: ‘Ik wil vroeger zwemvrouw worden.’
Zwemvrouw?
Cathelijne: ‘Ja dommie, een juffrouw die zwemles geeft. Aan kinderen.’
Dave: ‘Ik wil tekenaar worden want ik kan heel goed kleuren.’
Jelle: ‘Weet je wat ik wil worden? Eeeehm… tijgerverzorger.’
Wanneer zijn jullie geen kleuters meer?
Cathelijne: ‘Als ik tien ben.’
Dave: ‘Als ik achttien ben.’
Jelle: ‘Bij mij is het tot zeven.’
Gaan jullie nu weer buiten spelen?
Eensgezind: ‘JAAAAA!’

En weg zijn ze. Kleuters laten zich niet afschaffen. Wat Nederland ook doet.