Angela van der Elst

logo-angela-van-der-elst
Een wei vol Aagjes

‘Onze Johan is een en al koe’

‘Onze Johan is een en al koe’

VPRO Gids, mei 2018

Koeienboer Johan van Rijthoven investeerde in kostbare melkrobots en toen begonnen de problemen. De intieme documentaire Het mysterie van de melkrobots toont de wanhoop van een boer en zijn strijd met verschillende hogere machten.


Een jaar of wat geleden troffen we in een weiland een half uur fietsen boven Amsterdam een boer op leeftijd aan in een blauwe overall. Aan een touw rond zijn middel hing een driepotig krukje, een kleine kudde koeien wachtte hem al op. Het was melktijd en elk dier wist behalve hoe het heette (Zwart, Bles, Marie) na wie het aan de beurt was. Voordringen wilde de boer niet hebben en dat liet hij, al melkend, duidelijk weten vanaf zijn in het gras gepote krukje aan een koe met haast, die daarop met tegenzin terug naar het achtereind van het rijtje wachtenden sjokte.
De witte motor klaterde in de zilveren emmer en we mochten ervan proeven. Dat dit nog bestond; een behapbare maat der dingen die tot zo’n zestig, zeventig jaar geleden de dagelijkse praktijk was.
‘Eeuwenlang hadden boeren van de opbrengst van hun boerderij hun dieren en hun gezin kunnen voeden en konden ze er ook nog één of twee knechten op na houden,’ is te lezen in Het DIER is DING geworden/Het DIER is MENS geworden uit 2012 van Marijke Verduyn. Maar na de Tweede Wereldoorlog veranderde dat, toen onder leiding van minister van Landbouw Sicco Mansholt werk werd gemaakt van het streven dat er ‘in Nederland nooit meer honger geleden zou worden’. Daarnaast moest een boer een fatsoenlijk bestaan kunnen opbouwen. ‘Dat kon allebei op maar één manier: produceren, produceren, produceren.’

Raadsel
Aldus geschiedde. En zo komen we in het nu terecht, in het Brabantse Casteren, bij Johan van Rijthoven en zijn honderddertig koeien. Documentairemaker Vuk Janić (in 1953 in Sarajevo geboren) volgde hem voor de Teledoc Het mysterie van de melkrobots van juni 2015 tot augustus 2016; een moeilijke periode. Van Rijthoven had geïnvesteerd in dure melkrobots, volgens de wervende folder ‘automatisch de beste!’. Voorzien van ‘hoge intelligentie’ en ‘een multifunctionele arm, inclusief pols en elleboog’. Sneller melken, beter melken, hogere capaciteit, goed bedrijfsrendement; dat allemaal zou binnen handbereik komen met aanschaf van deze wonderen der techniek. Gebruikers houden er tijd door over en willen nooit meer zonder, zo is te lezen.
Ook bij Van Rijthoven begon het goed, maar na een maand of acht weigerden zijn dieren de in de stal geplaatste geavanceerde apparatuur nog te betreden. Met overvolle, pijnlijke uiers tot gevolg en ontstekingen. En snel teruglopende inkomsten, want geen melk betekent geen geld. ‘Er was iets. Maar wat?’
De communicatie met de leverancier die werd gevraagd het raadsel te komen helpen oplossen, verliep steeds stroever. ‘Sinds ze weten dat het niet werkt, hebben ze niets meer van zich laten horen.’ Dat bewoog de almaar radelozere en bozere Van Rijthoven ertoe zijn staldak met grote, witte protestletters te beschilderen: KOEIEN NIET LEEG GEMOLKEN! BOER WEL! DELAVAL en COPPENS WESTERHOVEN BEDANKT… Een rechtszaak volgde, want DeLaval (de melkrobotfabrikant) en Coppens (de dealer) waren niet blij met deze over grote afstand en vanaf vliegveld Eindhoven leesbare regels.
Maar daar bleef het niet bij. Want vijftigplusser Van Rijthoven, wiens familie al zeven generaties in hetzelfde dorp boert, zag zijn bedrijf en daarmee de toekomst van z’n zonen naar de knoppen gaan. Hij wilde compensatie voor zijn verlies. Gehoord worden, erkend, schadeloosgesteld. In het intieme, mooi gemaakte Het mysterie van de melkrobots, dat tijdens het afgelopen Nederlands Film Festival in Utrecht in première ging, zien we (een deel van) zijn strijd.

Wichelroede
Het was geen sinecure om een hoofdpersoon te vinden voor zijn film, vertelt Janić, die sinds 1994 in Nederland woont en werkt. Eerder maakte hij onder andere Meester Ben (2008, over een basisschoolleraar in de Haagse Schilderwijk) en De man met 100 kinderen (2012, portret van een zaaddonor). ‘Naar aanleiding van een artikel in Vrij Nederland over iemand die alles was kwijtgeraakt, zijn koeien, zijn land en zijn huis, zocht ik een wanhopige boer. Daarvan zijn er steeds meer, merkte ik tijdens mijn research. Ik heb er wel vijftig of zestig gesproken, in verschillende delen van het land, maar zodra ik over het maken van een documentaire begon, zeiden ze “nee”. Uit angst denk ik, ze willen niet met hun problemen naar buiten treden. Het was heel zinnig om hun verhalen te horen en te weten hoe erg het met ze is; voortdurend verdwijnen er boerderijen van de kaart omdat het werk niet meer vol te houden is.’
Schaalvergroting, toenemende regelgeving, hoge investeringen, lage verdiensten; dat kan iemand breken. Janić kreeg de hoeveelheid particulier leed regelmatig op grotere schaal bevestigd via de dierenartsen, instituten en consultancybedrijven die hij bezocht. Maar soms hoorde hij ook dat het hebben van moeilijkheden vooral aan de boeren te wijten was, die zouden onopgeleid zijn en niet klaar voor de moderne tijd. ‘Zo koud. Degenen die dat zeggen wonen praktisch naast degenen die het niet redden.’
Toen kwam de dag waarop hij Stef Freriks ontmoette. Die biedt volgens zijn website ‘praktische oplossingen om mens, bedrijf en organisatie weer in balans te krijgen’. Uit Het mysterie van de melkrobots leren we dat zijn aanpak, tijdens privésessies en workshops, verloopt via energieën, wezens en gehemelde geesten. Hij ‘stemt af op een lijntje met boven’ en een wichelroede is nooit ver weg. ‘Stef verwees me naar Johan. Toen ik tijdens onze eerste ontmoeting hoorde hoe deze sobere, pragmatische vent onder andere via Stef zijn problemen probeerde op te lossen, was ik verbaasd. Het herinnerde me aan elementen in de vertellingen van Gabriel García Márquez. Ik zag niet direct hoe ik de wereld van het magisch-realisme en de nuchtere praktijk van alledag in één film kon vatten, ik had aan iets donkerders gedacht; het dagelijks lijden van een mentaal gewonde. Tot ik me realiseerde dat eigenlijk alles in dit verhaal zat, en meer; soms zie je niet wat er naast je ligt.’
Van Rijthoven wilde weten hoeveel tijd een en ander zou kosten en stemde er vervolgens mee in. ‘Hij was de meest wanhopige, misschien daarom. Vanaf zijn eerste rechtszaak was ik er elke keer bij wanneer er iets belangrijks gebeurde.’

Stresslagen
Dat maakt ons getuige van het gevecht van de eenling tegen het systeem, en de machteloosheid wanneer techniek faalt. Is er lekstroom? Ligt de weigering van de koeien aan iets anders? Krijgen ze verkeerd voer? En wat te denken van waar Stef Freriks zoal op stuit in de omgeving: een oorlogsmonument, grafheuvels, dolende energievormen en aardstralen. Hij zegt in de stal een stresslaag van één meter 85 te meten, ‘dat is op zich heel hoog voor de tijd van het jaar’. Na vertoningen in het land die aan de tv-uitzending voorafgingen, kwam regelmatig de vraag of boerennuchterheid en de alternatieve benadering van Freriks elkaar niet bijten. ‘Het komt juist samen. Voor boeren is het logisch en makkelijk om vanaf het land die “andere” ervaring in te stappen, ze zijn de hele dag buiten, zien de lucht, horen de wind, dan doe je andere indrukken op dan in de stad. Stef is daar heel populair. Er was geen enkele gêne om wat er tijdens de workshops zoal gebeurt te tonen. Het laat hun vertwijfeling zien en hoe graag ze ergens in willen geloven.’
Janić laat Johans vrouw Maria (zij runt aan huis een kinderdagverblijf) de brief voorlezen die ze voor aanvang van weer een rechtsgang aan de andere partij schreef. Daarin verhaalt ze van de vlekkeloze begintijd, waarin er bussen met mensen uit Frankrijk en Canada langskwamen aan wie ze demonstreerden hoe geweldig het allemaal ging. ‘Maar na een half jaar hadden we er een dagtaak aan om de koeien in de robots te krijgen.’ Monteurs en andere specialisten kwamen langs, de rekeningen stapelden zich op, de schade bedroeg al snel ruim zeven ton.
Johans moeder komt in beeld, zij vertelt hoe haar zoon vroeger na het uitgaan altijd eerst in de stal ging kijken voordat hij zijn bed opzocht. ‘Onze Johan is een en al koe.’ Ze is bang dat hij zichzelf iets zal aandoen als gevolg van alle misère. De as van haar echtgenoot durft ze niet uit te strooien, want wie zegt dat het land van hen zal blijven?
De opponenten van Van Rijthoven, DeLaval en Coppens, heeft Janić wel gesproken, maar gefilmd worden wilden ze niet. ‘En dat maakte me ook niet uit, het was irrelevant, het gaat niet om die robots of wie er gelijk heeft, het is geen journalistieke documentaire. Ik hoef wat zich daar afspeelt niet van twee kanten te laten zien.’
Daardoor zitten we dicht op de huid van de regelmatig huilende boer die vecht voor wat hem lief is. ‘Ik heb op het dak geschreven dat de robots niet goed werken, maar niet dat we eraan onderdoor gingen.’
Tussen de zorgelijke bedrijven door fluit hij zijn dieren de gewenste richting op en lijkt dan ongeacht alle moderniseringen even op die boer boven Amsterdam: gewoon een man die van koeien houdt, en het werk en leven dat daarbij hoort.